- afslaan
- {{afslaan}}{{/term}}I 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [een andere richting nemen] bifurquer⇒ tourner2 [m.b.t. machine, motor] s'arrêter3 [m.b.t. prijs] baisser⇒ diminuer♦voorbeelden:1 links afslaan • 〈m.b.t. iemand〉 prendre à gauche; 〈m.b.t. weg〉 tourner à gauche; 〈m.b.t. auto〉 virer à gaucheII 〈overgankelijk werkwoord〉1 [door slaan verdrijven] repousser2 [afwijzen] refuser3 [wegslaan] faire tomber♦voorbeelden:1 dreigende gevaren afslaan • faire face à des dangersde vijand afslaan • repousser l'ennemide vliegen van het vlees afslaan • chasser les mouches de la viande2 een geschenk afslaan • refuser un cadeaudat sla ik niet af! • je ne dis pas non!3 de zee slaat de duinen af • la mer emporte les duneshij sloeg alle boeken van de tafel af • il a flanqué tous les livres par terrede storm heeft een stuk van het dak afgeslagen • la tempête a arraché une partie du toit
Deens-Russisch woordenboek. 2015.